Het geloof

 

8 september 2020

Echt gelovig ben ik niet.

Ik geloof wel dat er meer is tussen hemel en aarde.
Het woord god en welke god dat dan ook is, is voor mij een metafoor voor kiezen voor het goede of slechte.
In ieder geloof heb je extremisten. Helaas worden veel mensen over een kam geschoren.
En zijn er ook veel (voor)oordelen.
Geloof hoeft ook geen levenslange verbintenis te zijn.
Soms past een religie niet meer bij je en kies je voor een andere religie of misschien kies je ervoor om helemaal niet meer te geloven.
En ik denk dat iedereen het geloof op zijn eigen manier interpreteert en invult.
En ik denk ook dat meerdere religies in elkaar verweven kunnen zijn.
Of in ieder geval de regeltjes daarvan.
Als je naar eer en geweten leeft, maakt het volgens mij niet uit welk geloof je aanhangt.
Al kun je dat natuurlijk op verschillende manieren zien.
De laatste tijd ga ik vaker met Onno naar “de kerk” om kaarsjes te branden voor iedereen die ons lief is.
Dood of levend. Dat geeft mij rust.
Ook als we gaan wandelen en we komen een kerk of kapelletje tegen dan branden we een kaarsje.
Ik vraag ook regelmatig hulp aan wie dan ook daarboven zou mogen zitten. En ik bedank “ze” ook af en toe. Want ik heb wel het gevoel dat er iemand over mij waakt.
Ik zie mezelf niet als Katholiek. Ik zie mezelf als een agnostische wicca.
Deze week las ik een verhaaltje waarvan ik helaas de schrijver niet weet en dat wil ik hier delen.
 
Een man ging naar de kapper om zijn haar en baard te laten knippen. Ze begonnen te discussiëren over vele zaken.
Al gauw kwamen ze bij de vraag: BESTAAT GOD WEL?
De kapper zei:
"kijk, ik geloof niet in dat God bestaat!''
'waarom zeg je zoiets', vroeg de man.
'nou, iemand hoeft alleen maar naar de wereld te kijken
en hij zal zien dat God niet bestaat.
Als God echt bestaat, zou er dan zoveel ellende in de wereld zijn?
Nee, ik kan me niet voorstellen dat een God dit allemaal kan toestaan.''
De man was even stil, maar zei verder niets.
De kapper was inmiddels klaar en de man verliet de kapperszaak.
Onderweg naar huis zag hij een oude man op straat. Hij had heel lang haar en een onverzorgde baard.
De man ging onmiddellijk weer terug naar de kapperszaak en zei tegen de kapper: ''kappers bestaan niet!!''
''maar ik ben toch echt een kapper en sta hier voor je'', antwoorde de kapper.
''nee'', schreeuwde de man, ''kappers bestaan gewoonweg niet!'' Als ze echt bestonden, dan zouden er geen mensen meer rondlopen met lang en onverzorgde baarden op de wereld.''
De kapper antwoordde: ''ach, wij kappers bestaan zeker wel, het zijn gewoon de mensen die niet naar ons toekomen!''
''EXACT'' ging de man verder, ''dat is het hem nou juist. God bestaat ook zeer zeker wel, maar het zijn juist de mensen die niet naar Hem toegaan en Hem opzoeken. En daarom is er zoveel ellende op de aarde.''
 
Het woord God zie ik in dit verhaal niet als een man met een lange witte baard maar als een metafoor voor de keuzes die je in jouw leven hebt. Of je wel of niet je verantwoordelijkheid neemt. Of je ervoor kiest om in alles en iedereen het slechtste te zien of juist het beste. En ga zo maar door.
Ieder mens heeft goed in zich en ook slecht. Het plantje dat het meeste aandacht krijgt en of je dat nu zelf doet of je omgeving dat doet, zal ook het hardste groeien.
En als jouw omgeving ervoor zorgt dat je boos en verdrietig wordt, moet je je misschien eens afvragen of je wel in die omgeving wilt blijven.
Want niets hoeft voor altijd te zijn.
En er is vaak geen groter leed dan dat een mens zichzelf aandoet.