Zat (Richard kemper)
13 februari 2021
Erg leuk geschreven door Richard Kemper. Je weet wel die van Veldhuis en Kemper. Ze hebben het liedje "ik wou dat ik jou was".
Doordat je minder kunt doen dan je voor Corona kon doen, heb je ook minder gespreksstof.
Dus je vertelt waarschijnlijk alles drie keer of zo. En je loopt elkaar iets meer in de weg dan normaal.
Maar nog “even” volhouden en we mogen weer steeds meer.
Zij is me zat. Mijn vrouw. En dat snap ik. Niet dat ze het laat merken hoor, maar dat is liefde. Wij zijn inmiddels bijna een jaar thuis samen en ik moet zeggen… dat belooft niet veel goeds voor ons pensioen. Het wérkt gewoon niet. Althans ik niet, de theaters zijn dicht (mocht u iets gemist hebben) en ik zit hele dagen op de bank, lig op de grond of hang in een leunstoel. Mijn vrouw daarentegen is makelaar en op de een of andere manier denkt iedereen dat ondanks de wereldwijde pandemie en een economie die op een blinde muur afraast, de Hamsterweken bij de NVM zijn begonnen.
Zij weet niet waar ze het zoeken moet van de drukte. Ze belt, ze tikt en ze haast zich van bezichtiging naar overdracht. Meestal ben ik in de tijd die er verstrijkt tussen haar in- en uitrennen niet verder gekomen dan mezelf van de bank naar de leunstoel te verhuizen. Niet dat het haar opvalt als ze druk bellend weer binnenkomt, ze ziet me niet. Laatst is ze zelfs een keer op me gaan zitten, zag ze niet eens dat ik op de bank zat. Ik neem het haar niet kwalijk. Zij mij wel. Dat ik er ben. Ik ben er namelijk de héle tijd. En ik vind het dan heel interessant om haar bij alles te volgen. Ik heb toch niks beters te doen en wie wil er nou geen interesse? Dus ik vraag na elk belletje wie het was, wat hij of zij zei, wat ‘we’ daarvan vinden en wat ‘we’ nu gaan doen. Meestal reageert ze niet. Maar laatst noemde ze me opeens een stalker. Ik denk dat dat heel lief bedoeld was. Ik heb zelf ook een tijdje een stalker gehad. Doutzen. Maar die was er heel slecht in, ik zag haar nooit.
Enfin, zo rommelen we de dagen door met constant een dreinende puber om ons heen die ondanks dat ie ook nergens naartoe hoeft, toch zes dagen kan doen over het leren van twaalf franse woordjes. Pas toen ik riep “Doe maar of het wifi wachtwoorden zijn” lukte het. Hoogtepunt van de week. Lang verhaal kort; ik implodeer. “Zie je wel dat ik jong van geest ben?” stoorde ik mijn vrouw tussen twee belletjes door. Ze keek me vragend aan. Ik hield een krantenartikel omhoog met de kop “Tachtig procent van de jongeren zit tegen burn out aan”. Ik kreeg een soort lachgnuifje. Toch mooi meegenomen.
Ja, dat wordt wat op Valentijnsdag. Ze zeggen dat echte liefde voelt als thuiskomen maar volgens mijn vrouw is dat echt de allerlaatste plek waar ze sinds afgelopen jaar wil zijn. We hebben in tijden niet zo op één lijn gezeten. Vorig jaar had ik op Valentijnsdag nog speciaal een romantische film uitgezocht. Spoelde ze elke sexscène versneld door en zei ze “Ja, het moet wel een beetje realistisch blijven”. Dat vonden we toen nog grappig. Ik ben eruit wat het dit jaar wordt. Ik ga weg. De hele dag. Voordat ze wakker is ben ik vertrokken, ik laat de hele dag niks van me horen en ik kom pas weer thuis als ze slaapt. Wat zal m’n schatje genieten. Dat is pas liefde!
Maak jouw eigen website met JouwWeb